Deze week vliegen we naar....

We leren over het vliegtuig. 

Tijdens de les DGM maakten we een puzzel
 en losten vragen op over het vliegtuig.

Daarna maakten we een groot kartonnen vliegtuig.
We zochten oplossingen voor verschillende problemen:

Wat hebben we nodig om te schilderen?
Hoe zorgen we ervoor dat onze kledij niet vuil wordt?

Wat vraag ik als mijn verf op is? 
...

We speelden ook buiten met verschillende vliegtuigjes.
Welk vliegtuig vloog het hoogst, het verst, het snelst?

Oeps... een probleem.
Hoe kunnen we dit oplossen?

Oef! We kregen het vliegtuig uit de boom
en konden terug verder spelen. 

We bestelden vliegtickets in ons reisbureau
en stapten daarna in ons eigen klasvliegtuig.

We werden goed ontvangen op het vliegtuig.

De piloten waren ook helemaal klaar voor de vlucht.

Wenst iemand iets te eten of te drinken tijdens de vlucht?

Daar gaan we...

De passagiers voelden het kriebelen in de buik.

Ook de sherborneles stond in het teken van ons thema.
Iedereen klaar om aan boord te gaan van het vliegtuig?
Riem je maar goed vast, want het wordt een turbulente vlucht.

Ons zelfgemaakte vliegtuig is klaar. 

We kunnen er mee vliegen.