Doelen waaraan we werken:
- We leren nieuwe gebaren en/of woorden die speciaal voor ons geselecteerd werden: bijvoorbeeld de trein, de koffer, instappen, de identiteitskaart, het land, warm/ koud, …
- We weten dat mensen uit verschillende landen kunnen komen, verschillende talen spreken, er anders kunnen uitzien, andere gewoontes kunnen hebben.
- We gaan typische gerechten maken uit de landen die we leren kennen
- We proeven van verschillende smaken en geven aan of we iets lekker of vies vinden.
- We stellen onszelf voor: waar wonen we? Uit welk land komen we? Welke taal spreken we?
- We staan stil bij de verschillende vervoersmiddelen en slaapplaatsen.-We gaan op stap met de trein
-We bezoeken een vlieghaven
-We oefenen onze sociale vaardigheden in: hoe gedragen we ons op de bus, op de trein, hoe wensen we iemand een goeie reis, hoe heten we iemand welkom
- We leren categoriseren: wat hoort bij welk land, welke kledij hoort bij welke temperatuur
- We leren over de gevaren in een station, aan de bushalte
- We oefenen het probleemoplossend denken tijdens allerlei doe-activiteiten
- …
Geen opmerkingen:
Een reactie posten