We zijn gestart met een nieuw thema: Ik heb honger!
Nadat de juffen een toneeltje speelden en we een brainstorm hielden,
konden we boekjes inkijken rond het thema.
We dachten na of iets gepast of ongepast was.
hingen we het woord uit.
Welk bestek moet er liggen? Op welke plaats?
Tijdens de taalles werkt iedereen rond zijn eigen woordenschat.
We leren ook goede zinnen maken rond onze nieuwe woorden.
En als we leren over bitter, dan moeten we toch eens proeven.
We stonden stil bij de taken van de ober en die van de kok.
Welke attributen hebben ze nodig?
Een goede ober is heel erg behendig.
Wie kan een kan met water overbrengen zonder te struikelen of te morsen?
Wie kan een plateau met verschillende items dragen?
Wie kan een kan met water overbrengen zonder te struikelen of te morsen?
Wie kan een plateau met verschillende items dragen?
Hoe kan je iets vriendelijk bestellen? Wat doe je als er veel volk staat aan het kraam?